VVD Statement over het Burgerinitiatief Basisinkomen Houten

Onderstaand kunt u het VVD statement ten aanzien van het agendapunt Burgerinitiatief Basisinkomen Houten teruglezen zoals dat in de raadsvergadering van 20 september 2016 werd verwoord door VVD raadslid Marcel Dagniaux.

Twee kernwaarden van de VVD  zijn verantwoordelijkheid en sociale rechtvaardigheid. Deze kernwaarden raken aan het voorliggende burgerinitiatief.

Het mag duidelijk zijn dat vanuit de kernwaarde verantwoordelijkheid initiatieven vanuit de samenleving erg worden gewaardeerd. Dit past ook geheel in het streven van de overheid om de participatieve samenleving te bevorderen. Het voorgaande betekent niet dat elk burgerinitiatief dan ook gehonoreerd moet worden. Wij als gemeenteraad zijn gekozen om alle voorstellen zorgvuldig af te wegen.

Een ander aspect van verantwoordelijkheid is dat iedereen naar vermogen meedoet in onze samenleving. Bij voorkeur ook om te voorzien in het eigen levensonderhoud. Voor wie dit echt niet kan hebben we een financieel vangnet, dat ik beschouw als een basisinkomen. Wie mogelijkheden heeft dient die ook te benutten. In het initiatiefvoorstel staan overwegingen als:

  • “korten van inkomsten op de uitkering niet stimulerend zijn voor het verrichten van betaald werk”
  • “mensen door het wegvallen van bureaucratische belemmeringen weer kunnen opleven en een positieve bijdrage aan de samenleving kunnen leveren”

Hier heb ik ernstig moeite mee. Als het ineens voor iemand mogelijk is om bij te verdienen (misschien zelfs zo veel dat dit “afgetopt” zou moeten worden) wanneer er géén korting plaatsvindt is het vermogen om bij te verdienen er nu ook! En die uitkering, in lijn met de kernwaarde sociale rechtvaardigheid, is uitsluitend een vangnet voor degenen die zelf géén mogelijkheden hebben. Dit is ook van essentieel belang voor het draagvlak om deze noodzakelijke voorzieningen in stand te houden.

Dat geldt ook voor de mogelijkheid om een positieve bijdrage te leveren. In deze raad pleit ik al geruime tijd voor het consequenter toepassen van de tegenprestatie. Zeker ook vanuit de overtuiging dat meedoen op de eerste plaats in het belang is van de uitkeringsgerechtigde.

De wethouder heeft mij in een eerdere raad op dit punt toegezegd om dit bij WIL nog nadrukkelijker op de agenda te zetten. Van de wethouder hoor ik graag wat dit heeft opgeleverd en of hij de stelling van de initiatiefgroep onderschrijft dat “bureaucratische belemmeringen” participatie (betaald dan wel onbetaald) op dit moment in de weg staan en zo ja, hoe hij dit wil aanpakken?

Tijdens het rondetafelgesprek heb ik de wethouder ook gevraagd naar onderstaand citaat uit het college-advies op het burgerinitiatief:

“Te denken valt aan het gezamenlijk met BiBiH organiseren van sessies of bijeenkomsten met medewerking van maatschappelijke organisaties, werkgevers, WIL (en in samenwerking met de satelliet Werk en Inkomen Houten en met de cliëntenraad van WIL). Daarbij krijgen we de inwoners van Houten beter in beeld waarbij we de behoefte aan ondersteuning of begeleiding kunnen inventariseren”.

Ik heb dit een paar gelezen omdat ik eerst dacht dat het een opsomming betrof van activiteiten die de WIL uitvoert. Maar dat is het niet, de wethouder geeft aan wat er “in lijn met het gedachtegoed van het voorstel” gedaan ZOU kunnen worden. Al vaker hebben meerdere partijen zich kritisch uitgelaten over de pro-activiteit van WIL. Van de wethouder wil ik weten waarom de inwoners (en in deze context uiteraard primair de bijstandsgerechtigden) blijkbaar NIET goed in beeld zijn en waarom werkgevers en maatschappelijke organisaties hier nog niet/onvoldoende bij betrokken zijn.

Het mag duidelijk zijn dat de VVD ten aanzien van het oorspronkelijk voorliggende voorstel al bezwaren had. De aanpassingen, aangegeven tijdens het rondetafelgesprek, versterken dit. Men wil nu starten met een  kleinere groep (niet iedereen krijgt dus kansen) en geleidelijk uitbreiden. Wat ik heb begrepen van de wetenschappers van Universiteit Utrecht betekent dit dat het wetenschappelijke conclusies hierdoor niet getrokken kunnen worden. Dat geldt ook voor de wens om regelmatig te rapporteren en bij te sturen gedurende het experiment.

Al met al komt de VVD, met waardering voor het vele werk van de initiatiefgroep, tot de conclusie dat wij het collegeadvies om niet te starten met het experiment volgen.