VVD statement bij het raadsvoorstel Nieuwbouw Wegwijzer / Den Oord

Onderstaand is het statement terug te lezen zoals VVD Raadslid Ruud Vis dat verwoordde in een raadsvergadering bij de behandeling van het raadsvoorstel Nieuwbouw Wegwijzer / Den Oord

Er is een enorme behoefte aan geschikte woonruimte binnen onze gemeente. Wij willen als VVD op zoek naar het leveren van een maximale bijdrage aan deze woonopgave. Het in Houten bouwen voor de toekomst is wat mij betreft nooit gestopt. Wanneer ik het raadsvoorstel inhoudelijk beoordeel, kom ik op basis van de volgende voor de VVD belangrijke argumenten, tot dezelfde conclusie als de stedenbouwkundige en de gemeente dat het plan passend is.

  • Er wordt gesteld dat meer dan 48 woningen niet haalbaar lijkt dus dat zou impliceren dat dit aantal het maximum is voor dit gebied;
  • Het plan is mede door inbreng van uitgangspunten binnen de klankbordgroep stedenbouwkundig getoetst en inpasbaar;
  • Het plan is financieel haalbaar;
  • We bouwen voor senioren waarbij een gehoopt en verwacht neveneffect is, dat deze nieuwe bewoners een woning achterlaat dat doorstroming op gang brengt;
  • Juist ook voor de doelgroep waar we voor willen bouwen is deze locatie uitermate geschikt dicht bij allerlei voorzieningen;
  • Er blijft voldoende parkeergelegenheid beschikbaar wat ook een expliciete wens is van de omwonenden. Parkeren mag niet frustreren.

Echter bovenstaande argumenten / factoren wordt door Den Oord Bewoners Belangen (DOBB) minder positief gekwalificeerd. Het zijn vooral deze verschillen in opvattingen vanuit alle deskundigheid van omwonenden én de gemeente wat een zeer ontevreden gevoel achterlaat. Ik heb zelf suggesties hoe ik denk dat het in de toekomst anders moet, bijvoorbeeld door veel concreter te zijn in startnotities en duidelijk te zijn over de maatschappelijke opgave. Maar ook helderheid te verschaffen in de doelstellingen en vooral ook de mogelijke consequenties daarvan. Als Raad hebben we hier óók een belangrijke verantwoordelijkheid in. Ik vind het de taak en de plicht van de gemeente om continue uit te leggen wat concreet op gebiedsniveau de consequenties kunnen zijn wanneer we als Raad uitgangspunten vaststellen zoals de ambitie om een maximale bijdrage te willen leveren aan de huidige woonopgave. Participatie gaat om wederzijds vertrouwen en het samen toe willen werken naar een goede uitkomst binnen gestelde termijnen.

Ik zou aan de wethouder willen vragen wat er voor nu en in de toekomst nodig is om binnen dergelijke ruimtelijke trajecten meer op één lijn te kunnen komen zonder de integrale maatschappelijke opgaven van de gemeente Houten uit het oog te verliezen?

Met het vaststellen van een stedenbouwkundig plan is het proces van participatie niet af. Met name wanneer het gaat om transformatieopgaven in bestaand stedelijk gebied, is een bepaalde mate van flexibiliteit nodig. Dit om in de vervolgfase nieuwe inzichten die de kwaliteit ten goede komen, mee te kunnen nemen. Zo is te lezen in het planvoorstel. Hiervoor is het nodig dat partijen ook zeker nu aangehaakt blijven en er wederzijds respect blijft voor elkaars opvattingen en doelstellingen. In de fase van het planvoorstel waarin we nu zitten, lijkt het mij goed te investeren in de huidige relatie tussen betrokkenen. Dat deze op meerdere plekken zwaar onder druk is komen te staan, kan ik me zeer goed voorstellen. Eens te meer reden om met elkaar de ruimte op te zoeken en in gesprek te blijven. Hiervoor wil de VVD de komende drie maanden de ruimte bieden en hebben daartoe de motie van PvdA, GL, CDA en CU ondertekend.

Ik heb eerder aangegeven dat ik vind dat als we door keuzes van de Raad op een locatie niet maximaal en passend bouwen, dat het voor omwonenden op een volgende locatie niet terecht is dit in hún achtertuin te compenseren. Wij schuiven problemen niet door. Met het huidige voorliggende plan heb ik absoluut niet het idee dat we op locatie Den Oord / Wegwijzer vorige keuzes aan het compenseren zijn. Met de beperkte inbreidingslocaties die we nog hebben én de doelstellingen uit de woonvisie, wordt het wel steeds lastiger. Hierdoor is het niet ondenkbaar dat op een volgende inbreidingslocatie we alsnog voor de keuze komen te staan om te moeten compenseren.“