De Rekenkamercommissie heeft met haar onderzoek naar participatie in Houten in gesprek met een aantal inwoners, de raad, het college en ambtenaren aanbevelingen op een rij gezet die voor de hand liggend genoemd kunnen worden.
Toch zijn de aanbevelingen nuttig, want: hoe geven we op een goede manier ruimte? Hoe maken we duidelijk waar de ruimte begrensd is? Hoe zorgen we voor een zichtbare en positieve bijdrage vanuit de politiek?
Als raadslid voel ik mij soms als een koorddanser: altijd blij met initiatief uit de samenleving, maar het algemeen belang in het oog houdend niet altijd blij met de inhoud van het initiatief. Hoe kun je een initiatiefnemer op die momenten overtuigend duidelijk maken dat proces en inhoud los van elkaar staan? Dat je goed hebt geluisterd, maar anders besluit?
De rekenkamercommissie heeft daarom op papier gezet wat de verschillende rollen van alle betrokkenen zijn. Het is een lijvig document geworden; niet wat betreft aantal pagina's, wel wat betreft de dichtheid aan informatie. Handig als naslagwerk bij participatietrajecten en andere onderwerpen.
De VVD fractie is blij dat het college heeft gevraagd ook de rol van inwoners hierin te beschrijven. Het heeft geleid tot een ontwikkelagenda die wat ons betreft verder ontwikkeld kan worden.
De suggestie die in het rondetafelgesprek door de heer Hofstee werd gedaan om dit te doen via de commissie bestuurlijke vernieuwing kunnen wij ondersteunen.
Wij willen de commissie de volgende punten meegeven:
- Borging van de aanbevelingen is belangrijk: hoe zorg je ervoor dat deze bekend worden en blijven bij alle betrokkenen?
- Het maken van startdocumenten is alleen verstandig bij relevante onderwerpen. Voorkom dat dit altijd, bij ieder onderwerp gemaakt moet worden. Meer bureaucratie gaat burgerparticipatie niet helpen.
- De aanbeveling om de ontwikkelagenda te verbinden aan bestuurlijke vernieuwing is wat vaag gebleven. Maak deze concreter zodat voorafgaand aan de voorgestelde raadsconferentie duidelijk is wat deze moet opleveren.