"Inmiddels hebben we decentralisatiefase afgerond en zitten
we in de transformatiefase met haar eigen dynamiek. Het afgelopen jaar is ook
veel energie gestoken in de voorgenomen ambtelijke fusie met Wijk bij
Duurstede. Met name de financiële randvoorwaarde die wij als Houtense Raad,
waarbij met de VVD als warm pleitbezorger, hebben meegegeven cruciaal blijkt.
Uit de cijfers van onder meer de WIL (Werk en Inkomen Lekstroom) blijkt dat Houten haar taakstelling voor het opnemen van statushouders, zeker ook ten opzichte van de andere Lekstroomgemeenten, zeer ruim haalt.
In ons verslag van de audit- en rekeningcommissie (ARC)
geven we aan dat we in Houten de basis goed op orde hebben. Een wens die ik al
langer heb is dat de belangrijkste vragen en antwoorden van de ARC worden
gedeeld met de andere leden van de Raad. Dit jaar hebben we dat voor elkaar
gekregen en wat mij betreft houden we dat zo. Net als vorig jaar hebben we eerst een voorlopige jaarrekening moeten beoordelen. De
oorzaken hiervan lagen nog steeds bij de Regionale Backoffice Lekstroom en de
Sociale Verzekeringsbank. Inmiddels is bekend dat een goedkeurende verklaring is afgegeven.
Een compliment, met name voor de griffie, wil ik maken voor de
uitstekend opgezette en uitgevoerde trainingen Politiek Actief waar veel
belangstelling voor was en die ook belangrijk zijn in aanloop naar de komende
verkiezingen.
Vorig jaar was VVD
fractie kritisch op de stelling van de ARC dat er een goed oordeel over
de maatschappelijke effecten mogelijk is. We zien daar stappen in de goede
richting maar dit blijft wat ons betreft een verbeterpunt. Ik zie onvoldoende terug van motie 045-2016,
waarin de Raad unaniem het college de opdracht heeft gegeven om 'in de
jaarstukken consistent de consequenties van deels- of niet-behaalde
doelstellingen op te nemen'.
Voorbeeld is programma Sociaal Domein: volgens het
taartdiagram zijn 17% van de
prestatie-indicatoren niet gehaald:
Vraag 1: In het programma staat slechts 1 indicator als rood
aangemerkt: welke indicatoren zijn nog meer niet behaald?
Vraag 2: Wat zijn de consequenties van het niet behalen van
deze indicator(en)?
Een ander voorbeeld is het programma Veilig: hier wordt in
de taartdiagram aangeven dat 17% van de prestatie-indicatoren niet is gehaald
terwijl op de volgende bladzijde staat dat de prestatie-indicatoren zijn
gerealiseerd.
Vraag 3: Welke van de 2 beweringen is juist?
In het Programma Sociaal Domein is een effect indicator
opgenomen voor het aantal plaatsingen van WIL. In motie 044-2016 van de VVD,
unaniem aangenomen door de Raad wordt gevraagd om de indicatoren ook voor
Houten apart inzichtelijk te maken. Afgelopen donderdag heeft een delegatie van
de WIL ons bijgepraat. Een uitsplitsing van de totalen voor Houten is hier
gepresenteerd maar in totalen. Mijn intentie bij de motie is geweest, maar dit
is misschien onvoldoende duidelijk gemaakt, om de diverse soorten plaatsingen
voor Houten inzichtelijk te maken (daarom worden in de motie ook regulier werk,
werkervaringsplek etc) apart genoemd. Dit is nl. wel essentieel om het
resultaat te beoordelen, een werkervaringsplaats van 1 week telt nu even zwaar
als een langdurige plaatsing op een vaste werkplek.
Vraag 4: Kan de wethouder deze cijfers alsnog laten
opstellen?
Tenslotte voorzitter nog een opmerking over het
gepresenteerde resultaat van een kleine € 100.000 als er géén onttrekking aan
de bestemmingsreserve economische crisis had plaatsgevonden. Technisch
ongetwijfeld een juiste analyse maar als je het wat ruimer bekijkt ligt dit
toch wat rooskleuriger. Gedurende het jaar hebben er namelijk al meerdere netto dotaties plaatsgevonden aan
diverse bestemmingsreserves. De belangrijkste om te noemen zijn 'organisatie-ontwikkeling' en 'programma
Transities in Samenhang'. Op deze laatste kom ik terug bij de
resultaatbestemming.
Samenvattend voorzitter vindt de VVD dat we het in Houten de afgelopen jaren samen
goed hebben gedaan, zowel inhoudelijk als financieel, en met vertrouwen het
komende verkiezingsjaar in kunnen gaan!