Met name het voorsorteren op de nog niet aangenomen Ruimtelijke Koers én het parkeerbeleid als sturingsmechanisme te gebruiken om autobezit te ontmoedigen bevreemdt de VVD fractie enorm. Daarom stelt raadslid Ruud Vis er kritische vragen over: “Parkeren moet niet frustreren, voor het woongenot van Houtense inwoners is voldoende parkeergelegenheid nu en in de toekomst erg belangrijk.”
De schriftelijke vragen:
In de raadsinformatiebrief van 15 juli 2020 wordt door het college het planproces voor nieuw parkeerbeleid uiteengezet met het voornemen het parkeerbeleid te actualiseren. Naar aanleiding van deze raadsinformatiebrief wil de fractie van VVD-Houten gebruik maken van de mogelijkheid tot het stellen van schriftelijke vragen. Naast dat Houten bekend staat als groene gemeente en als fietsstad, is het ook een gemeente met veel forensen die dagelijks met hun auto naar hun werk reizen. De goede bereikbaarheid van Houten en de mogelijkheid om de auto dicht bij huis te kunnen parkeren is een kwaliteit die in Houten zeer wordt gewaardeerd. In de collegebrief wordt voorgesorteerd op een parkeerbeleid dat uitgaat van problemen die er niet zijn en mogelijk ook nooit gaan komen bij ongewijzigd beleid.1. Is het college het met de fractie van VVD-Houten eens dat misschien wel één van de kwaliteiten van Houten óók is dat er voldoende parkeergelegenheid is en dat je overal (de eerste twee uur) gratis kan parkeren?
2. Is het college het met ons eens dat het bezit en gebruik van een auto de ambitie van een groene en duurzame gemeente niet in de weg staat omdat er nog tal van andere mogelijkheden zijn om die ambitie te realiseren?
3. Kan het college concrete voorbeelden noemen waar het parkeren dusdanige knelpunten veroorzaakt in de openbare ruimte waar geen andere oplossing voor lijkt dan het terugdringen van het autogebruik en is hier gedegen onderzoek naar gedaan?
In de raadsinformatiebrief wordt toegelicht dat het parkeerbeleid wordt geactualiseerd, maar in feite wordt er al voorgesorteerd op de uitkomsten van de raadsbehandeling van de Ruimtelijke Koers en de richting daarin ten aanzien van het parkeerbeleid.
4. Kan het college uitleggen wat de achterliggende gedachte is om in deze raadsinformatiebrief voor te stellen het autogebruik te ontmoedigen terwijl de Ruimtelijke Koers nog niet is vastgesteld? Hoe verhoudt zich dat tot de uitnodiging aan de Raad om mee te denken over hoe we dat ontmoedigingsbeleid moeten gaan invullen?
5. Heeft het college concrete signalen en cijfers uit de samenleving gehaald, middels de samenlevingsagenda of op een andere manier, waaruit is gebleken dat de inwoners van Houten het terugdringen en het minder aantrekkelijk maken van het autogebruik door ontmoedigingsbeleid en lagere parkeernormen noodzakelijk acht?
6. Is er onderzoek gedaan onder de inwoners van Houten hoe men aankijkt tegen het gebruik van de door het college voorgestelde stimulering van het gebruik van deelautos en parkeren op afstand in relatie tot het verloop / trend van cijfers personenauto in bezit van de afgelopen jaren in Houten?
7. Wat bedoelt het college met de zinsnede ‘parkeerregulering in het centrum en op de Molenzoom’ en over welke centra hebben we het dan?
8. U geeft aan dat u de voorsortering in de Ruimtelijke koers, en dan met name bij de verdichtingsvraagstukken, wilt verankeren en in relatie wilt brengen met een visie voor de gehele gemeente. Kunt u aangeven waarom u van mening bent dat ook in alle andere al bestaande woonwijken de inzichten in de Ruimtelijke koers ten aanzien van parkeren overgenomen dienen te worden?
De goede bereikbaarheid van en parkeermogelijkheden in Houten is voor veel ondernemers reden geweest om zich in onze gemeente te vestigen. De voorgestelde richting van het parkeerbeleid kan de vestigingskwaliteiten van Houten nadelig beïnvloeden. Ook zullen ondernemingen die hier al gevestigd zijn nadelen gaan ondervinden omdat klanten naar beter bereikbare concurrenten zullen uitwijken.
9. Op welke wijze gaat het college eventuele nadelige consequenties voor de ondernemers in Houten tegemoet treden indien de ingezette koers van ontmoediging autogebruik daadwerkelijk tot uitvoer gaat worden gebracht?
10. U geeft zelf aan dat het parkeerbeleid meegroeit met de alternatieven voor particulier autobezit. Bent u het dan met de fractie van VVD-Houten eens dat als heel veel inwoners toch blijvend kiezen voor het particulier gebruik van de auto en niet voor de alternatieven, dat u juist moet aansluiten bij deze behoefte en moet zorgen voor voldoende parkeergelegenheid in plaats van het sturen op ontmoedigingsbeleid?