"De fractie van VVD Houten wil de verplichting om een tegenprestatie te leveren onder de aandacht brengen.
In het overzicht van gewijzigde artikelen ten opzichte van de huidige verordening staat onder meer: “Door het DB (Dagelijks Bestuur) de mogelijkheid te geven nadere regels en beleidsregels vast te stellen, is het mogelijk om de verordening zelf algemeen te houden. De hoogte, de voorwaarden en de duur van bepaalde – in de verordening omschreven – voorzieningen worden in een nadere regeling (Besluit participatie-voorzieningen Werk en Inkomen Lekstroom) uitgewerkt. Hierdoor kan optimaal ingespeeld worden op ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.”
Betekent dit dat Houten een deel van de verordenende bevoegdheden overdraagt aan de WIL?
De VVD heeft al meerdere malen aangedrongen op een duidelijkere positionering van de, wettelijk vastgelegde, tegenprestatie. Ook de VVD vindt dat intrinsieke motivatie altijd beter is dan extrinsieke motivatie. Als die intrinsieke motivatie echter onverhoopt niet aanwezig is dan blijft alleen extrinsieke, dus opgelegde, motivatie over. In de verordening komen wij dit nog steeds onvoldoende tegen. Opvallend is dat in de toelichting op de verordening ook expliciet staat:
“Er is voor mensen geen keuzevrijheid om wel of niet een tegenprestatie te leveren.”
De Raden van Nieuwegein en Houten hebben, in tegenstelling tot de overige deelnemers, de verordenende bevoegdheid aan zich gehouden. De Raad van Nieuwegein heeft inmiddels besloten om de verplichting expliciet op te nemen in de verordening. De VVD wil dit voor Houten ook expliciet terugzien in de verordening zelf en dient hiervoor een amendement in."