De VVD fractie heeft op hoofdlijnen met instemming kennisgenomen van het MJBP Werk en Inkomen Lekstroom (WIL) 2014-2018 versie 2.
Op de volgende onderdelen heeft de VVD nog een aantal opmerkingen:
- De tegenprestatie
- Het actief betrekken c.q. faciliteren van werkgevers
- De mate van invloed van de Raad op het vaststellen van het MJBP WIL
Ad. 1. In een bijpraatavond met de wethouder en enkele ambtenaren heeft de VVD al aangegeven grote moeite te hebben met de vrijblijvendheid bij de toepassing van de tegenprestatie. In de concept zienswijze van het college is dit enigszins aangescherpt maar naar de mening van de VVD nog altijd onvoldoende.
De Participatiewet is onlangs van kracht geworden en uiteraard moeten we daar allemaal nog enigszins aan wennen. Dat neemt niet weg dat we van het begin af aan kritisch moeten zijn op de uitvoering daarvan en waar nodig zo snel mogelijk bijsturen. Wellicht overbodig om vast te stellen dat we het hebben over een wet en dat daarmee de speelruimte voor eigen interpretatie beperkt is. WIL hanteert in het MJBP (artikel 3.2.6 ) o.a. als uitgangspunt, ik citeer de volgende 2 passages:
“Tegenprestatie definiëren wij als het vanuit een collectief verrichten van onverplicht en onbetaald werk. Hierbij sluiten wij aan op de gangbare definitie voor vrijwilligerswerk, zoals die ook wordt gehanteerd in de VNG vrijwilligersverzekering”.
“Wij willen de tegenprestatie niet opleggen, maar wel stimuleren. Klanten worden aktief verleid tot het doen van een tegenprestatie, de tegenprestatie heeft wel een vrijwillig karakter”.
Bij de definitie die WIL als uitgangspunt hanteert gaat het al fout want in de Participatiewet wordt bedoeld met tegenprestatie, ik citeer wederom:
“De belanghebbende van 18 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd is, vanaf de dag van melding als bedoeld in artikel 44, tweede lid, verplicht:
c. naar vermogen door het college opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verrichten die worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.”
Deze definitie laat niets te raden over en de VVD snapt daarom niet waarom hier niet gewoon bij wordt aangesloten. Zoals al aangegeven komt ook de huidige zienswijze van het college hier onvoldoende aan tegemoet. Ik dien daarom een amendement in om m.n. de vrijblijvendheid en vrijwilligheid waarmee met de tegenprestatie wordt omgegaan, en die als je naar de definities kijkt ook gewoon tegen de wet ingaat, te corrigeren.
Daarnaast wil de VVD dat de Raad jaarlijks geïnformeerd wordt over de wijze waarop WIL inhoud heeft gegeven aan het instrument “tegenprestatie”.
Ad. 2. De VVD heeft signalen uit in elk geval twee WIL-gemeenten (Lopik en IJsselstein) waar in de Raad vragen gesteld zijn over de houding van WIL t.o.v. ondernemers. Het gaat m.n. om aspekten als:
- Het niet aktief opzoeken van ondernemers (lees: potentiële werkgevers)
- Het niet aanwezig zijn op ondernemersbijeenkomsten.
Navraag leert dat in deze gemeenten veel ondernemers niet eens weten wat WIL is, laat staan wat die kan betekenen voor hen.
De WIL zegt in het MJBP het nodige over de “werkgeversbenadering” (bijv p. 28 ev). De aanpak zoals omschreven klinkt in elk geval goed, maar het draait bij de VVD niet alleen om voornemens maar om resultaten. Graag horen wij van de wethouder wat de concrete aktiviteiten van WIL in dit kader zijn richting Houtense ondernemers. Deelt de wethouder de zorgen zoals die in andere Lekstroomgemeenten worden geuit?
Ad. 3. In de Gemeenschappelijke Regeling (GR) WIL is vastgelegd, zoals ook verwoord in het raadsvoorstel, dat het Dagelijks Bestuur (DB) het MJBP vóór vaststelling door het DB, ter kennisneming, van de gemeenten voorlegt. Het bestuur van WIL is niet verplicht om het MJBP voor een zienswijze naar de gemeente te zenden.
In het Ronde Tafel Gesprek (RTG) heb ik al aangegeven dat de VVD dit volstrekt onwenselijk vind gezien het belang van de taak van WIL en de grote invloed die dit heeft op de samenleving. De wethouder heeft in de RTG aangegeven dat er later dit jaar een herziening komt van de GR. Van de wethouder wil ik graag de toezegging dat hij zich aktief zal inzetten voor het verankeren van de verplichte zienswijze in de concepttekst van de nieuwe GR. Uiteraard besluiten wij daar uiteindelijk als Raad over maar de VVD wil in dit stadium al duidelijkheid over de inzet van Houten hierin.