Voorzitter, college, raadsleden en belangstellenden thuis,
Voor ons ligt een raadsbesluit aangaande de jaarrekening 2020. Een jaar zoals we dat in onze recente geschiedenis nog niet eerder hebben meegemaakt. Een jaar dat grotendeels in het teken stond van COVID-19. Een jaar waar mensen besmet raakten, in het ziekenhuis belandden en zelfs ook hun naasten verloren. Ongekende maatregelen werden getroffen: sluiting van winkels en horeca, onderwijs en sport waren niet meer vanzelfsprekend. Een jaar waarin ondernemers, ZZP-ers en organisaties hun inkomsten zagen teruglopen of soms geheel zien wegvallen. Gelukkig zien we in de afgelopen periode een herstel en een versoepeling optreden en begint alles weer stap voor stap terug te keren naar het “normaal”.
De gemeente, het College hebben daar waar mogelijk ondersteuning geboden en uitvoering gegeven aan hulpmaatregelen waarmee de impact in onze gemeente beheersbaar is gebleven. Complimenten aan iedereen die zich hiervoor heeft ingezet. Die inzet heeft uiteraard wel een negatieve invloed gehad op het nastreven van de gestelde ambities. Die zijn dan ook deels niet gehaald blijkt uit de jaarstukken.Ondanks deze bijzondere omstandigheden is er sprake van positief jaarrekeningresultaat. Een positief resultaat waarin echter wel een groot financieel tekort naar voren komt: een tekort van ruim 3,3 miljoen euro met betrekking tot de realisatie van de uitgaven op het gebied van jeugdhulp en Wmo. Niet bepaald een verrassing voor deze raad omdat we regelmatig door het college zijn bijgepraat over de ontwikkeling en de prognoses binnen het sociaal domein. Desondanks is het een groot zorgpunt dat deze enorme toenemende kosten van structurele aard lijken te zijn. Een zorgpunt voor wat betreft onze toekomstige begrotingen. Gelukkig bereiken ons steeds meer geluiden over de mogelijke toekenning van meer middelen, structurele middelen, aan de gemeenten. Ik kijk dan ook met belangstelling uit naar de behandeling van de perspectiefnota en later in het jaar de begroting waarin we dan meer inzicht zullen krijgen over deze ontwikkeling.
Enigszins teleurstellend zijn de niet gerealiseerde ombuigingsmaatregelen jeugdzorg en Wmo 2020. Weliswaar wordt in de financiële paragraaf gemeld dat ruim 63% daarvan is gerealiseerd maar dat is een percentage inclusief het forse bedrag van ruim een half miljoen hogere opbrengsten dan voorzien ten aanzien van twee ombuigingsposten. Op zichzelf natuurlijk goed dat er sprake is van een hogere opbrengst, maar dat doet niet af aan het feit een aantal ombuigingen slechts deels of geheel niet zijn gehaald.
In de toelichting wordt weliswaar een en ander uiteenzet en wordt er een verwachting uitgesproken voor 2021, maar ik zou van de wethouder graag concreet willen horen op welke wijze hij stuurt op het realiseren van die verwachtingen zodat de voorgenomen ombuigingen alsnog worden gehaald.
Voorzitter, een ander punt betreft de lokale lastenontwikkeling. Ook bij de behandeling van de begroting voor 2021 heb ik daar bij stilgestaan. De lokale lastendruk toont een negatieve trend voor wat betreft onze positie ten opzichte van het landelijke beeld, gedaald van de 128e naar de 181e plaats, en het provinciale beeld, gedaald van de 8e naar de 11e plaats. Grootste stijger is met stip de afvalstoffenheffing met ruim een half miljoen meer geheven belastingen. Daarnaast is er sprake van nog eens 270.000 euro die ten laste is gekomen van het begrotingssaldo. Dat zien we straks ook weer terugkeren in een hogere heffing. Technisch allemaal goed uit te leggen, allerlei verklaarbare ontwikkelingen maar ik word er toch wel moedeloos van dat het scheiden van afval nog steeds niet leidt tot lagere lasten. En zeggen dat het nog duurder zou zijn als we het afval niet zouden scheiden, nemen dat gevoel niet weg, niet bij mij maar ook niet bij vele inwoners van Houten. Kan de wethouder overigens aangeven hoe het staat met de ontwikkeling rondom nascheiding van het afval? Kan de wethouder aangeven of dat een positieve businesscase kent? Denk aan effectiviteit van scheiden, kosten etc.
Voorzitter, dan het raadsvoorstel resultaatsbestemming. Ik kan instemmen met de voorgestelde bestemming. In het bijzonder ondersteun ik het college in het besluit om de tussentijdse winstneming grondexploitatie Vinex te storten in de reserve concernweerstandsvermogen grondexploitaties. Er ligt ons namelijk een forse woningbouwopgave te wachten, ongeacht of dat nu een Ruimtelijke Koers is of wat anders.
Voorzitter, ik sluit af met een opmerking van waardering naar de ambtelijke organisatie die ook nu weer veel werk heeft verzet bij de totstandkoming van deze jaarrekening en ook mijn dank, als lid van de Audit- en Rekening Commissie, voor de uiterst plezierige samenwerking daarin met de portefeuillehouder(s), de directie en ambtenaren.