Antwoord op vragen over maatregelen tegen de vogelgriep

Vanwege de aanwezigheid van het hoog pathogene vogelgriepvirus H5N8 in pluimvee in Nederland stelde VVD Houten Commissielid Robert Paling vragen aan de verantwoordelijke wethouder.

Vanwege de aanwezigheid van het hoog pathogene vogelgriepvirus H5N8 in pluimvee in Duitsland en Oostenrijk en in trekvogels, zoals kuifeenden en futen, op diverse locaties in Nederland, heeft de staatssecretaris van Economische Zaken op 9 november 2016 maatregelen afgekondigd. Dit betreft een ophokplicht en afschermplicht voor pluimveebedrijven.

Op 14 november zijn deze maatregelen uitgebreid. Pluimveestallen mogen niet bezocht worden door buitenstaanders en onder andere kinderboerderijen moeten er zorg voor dragen dat bezoekers niet in aanraking komen met vogels.

VVD Houten Commissielid Robert Paling stelde naar aanleiding van de risico's vragen aan wethouder Rensen. Onderstaand ziet u welke antwoorden de VVD fractie kreeg.

Is de wethouder op hoogte van de risico’s en de gevolgen die een uitbraak van vogelgriep heeft voor de pluimveehouderij in Houten?

Ja. Pluimveehouders moeten goed letten op eventuele symptomen van vogelgriep bij hun pluimvee. Voor vogelgriep geldt een aangifteplicht. Pluimveehouders moeten de (verschijnselen van) vogelgriep melden bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Zodra melding is gemaakt van een mogelijke besmetting, geldt een bedrijf als verdacht. De NVWA blokkeert dan het bedrijf. Dat wil zeggen: de veehouder mag geen dieren of dierlijke producten meer afvoeren van zijn bedrijf. Ook voorwerpen die drager van het virus kunnen zijn mogen niet van het bedrijf af. Zoals voertuigen, mest en strooisel.​

De veehouder moet aan alle maatregelen meewerken. De NVWA neemt officiële monsters van de dieren. Deze monsters gaan voor onderzoek naar het Centraal Veterinair Instituut (CVI) in Lelystad. Dit onderzoek is nodig om de uitbraak te bevestigen of uit te sluiten.

Als uit onderzoek blijkt dat er vogelgriep heerst op een bedrijf, start de Rijksoverheid met de bestrijding. De blokkade van het bedrijf blijft van kracht. De NVWA ruimt alle dieren die voor het virus gevoelig zijn. Ook stelt de NVWA een onderzoek in naar de herkomst. En naar mogelijke verspreiding van het virus. Het is van belang zo snel mogelijk de bron en de verspreidingsroute te achterhalen. Pas dan wordt duidelijk hoeveel meer bedrijven mogelijk besmet zijn.

​Op de websites van de NVWA en van het RIVM is alle actuele informatie te vinden wat betreft de vogelgriep in Nederland.

Is de wethouder op de hoogte dat het hoog pathogene vogelgriepvirus H5N8 recent is vast gesteld bij wilde trekvogels in Nederland?

Ja. Via de website van de NVWA is bekend gemaakt dat er inderdaad verschillende wilde vogels zijn aangetroffen met het H5N8-virus. Dit virus is recent aangetoond in trekvogels en pluimvee in enkele andere Europese landen. Van belang is om te voorkomen dat het virus overslaat van wilde vogels op pluimvee, gezien de economische schade bij zo’n uitbraak. Er zijn nog geen infecties bij mensen met H5N8 bekend, maar uit voorzorg worden contact met mogelijk besmette vogels afgeraden.

Is het bekend of de vogelsoorten, waarbij het H5N8 virus is aangetroffen, ook op het grondgebied van Houten foerageren tijdens de trekperiode?

Vogelgriep is een besmettelijke virusziekte die zo nu en dan bij pluimvee (kippen, kalkoenen, eenden en ganzen) en andere vogelsoorten zoals duiven en zwanen wordt aangetoond. Wereldwijd circuleren verschillende vogelgriepvirussen onder wilde watervogels, ook in Nederland. Deze soorten fourageren ook in Houten. De Dutch Wildlife Health Centre (DWCH) voert surveillance uit onder wilde vogels naar het voorkomen van dierziekten, hieruit kwamen de eerste wilde vogels met H5N8 aan het licht. Surveillance vind plaats op landelijk niveau.

Is de wethouder het met de VVD eens dat er speciale inspecties uitgevoerd dienen te worden op de aanwezigheid van dode vogels in de gebieden waar trekvogels foerageren?

Dit is een taak en verantwoordelijkheid van de landelijke overheid. Zo heeft Rijkswaterstaat met helikopters vluchten gemaakt om duidelijkheid te krijgen over de omvang van de vogelsterfte. Bij Volendam zijn zo'n 80 vogels gevonden en bij de Gouwzee rond de 10. Verder zijn er geen dode vogels aangetroffen en Rijkswaterstaat gaan er daarom vanuit dat de besmetting zich tot dit gebied beperkt. Er is op dit moment geen aanleiding om verder te vliegen met de helikopters. Er is geen aanvullende lokale inspectie van wilde vogels noodzakelijk.

Is de wethouder bekend met de maatregelen die er genomen dienen te worden als er dode (en besmette) wilde vogels gevonden worden?

De DWHC raadt aan om vondsten van dode vogels van de volgende soorten te melden aan de DWHC (030 – 2537925). Mensen wordt geadviseerd dode wilde vogels niet aan te raken. Als men drie of meer dode wilde eenden, zwanen of ganzen of meer dan twintig andere vogels op één plek aantreft, dient men dat te melden bij de NVWA via het meldpunt dierziekten: 045-546 31 88. Onze eigen buitendienst is ook op de hoogte van de Vogelgriep en heeft vanaf morgen speciale kleding om dode dieren op te ruimen wanneer nodig. Daarnaast zijn zij geïnstrueerd over hoe zij hiermee om moeten gaan.

Welke maatregelen worden er genomen door de ‘Buitenwereld’ als beheerder van de Houtense kinderboerderij om te voldoen aan de door de staatssecretaris vereiste maatregelen afgekondigd op 14 november 2016.

Voor kippen, watervogels en ander gevogelte geldt dat zij opgehokt moeten worden. Uit voorzorg voor het eventueel oplopen van een infectie bij de mens kunnen bezoekers tijdelijk deze vogels niet bezoeken op de kinderboerderij.Via de website www.kinderboerderijen.nl is te vinden welke maatregelen de kinderboerderijhouders dienen te nemen. Buitenwereld is op de hoogte van de maatregelen en voert ze uit.

Is de wethouder bereid de Raad direct te informeren als er zich omstandigheden voordoen die kunnen wijzen op de aanwezigheid van het vogelgriepvirus op Houtens grondgebied?

Ja. Indien een pluimveebedrijf besmet blijkt te zijn wordt de GGD en de burgermeester op de hoogte gebracht door de NVWA. Er wordt dan direct actie ondernomen door de GGD in samenwerking met de NVWA.