VVD statement Sociale kracht en Houtense Werktafel

In dit artikel kunt u het statement van de VVD lezen over de raadsvoorstellen Sociale kracht en Houtense Werktafel zoals dat werd verwoord door VVD raadslid Marcel Dagniaux in de raadsvergadering van 14 februari J.l.

Voorzitter,

Mijn bijdrage gaat voornamelijk over het programma Sociale Kracht. Aangezien hier ook over Meedoen naar Vermogen wordt gesproken en ik relatief weinig vragen heb over de Houtense Werktafel neem ik deze meteen mee in dit statement, dat scheelt weer spreektijd.

De VVD vindt de opbouw van het programma sociale kracht rondom integrale sturing op vijf centrale thema’s en vier randvoorwaardelijke thema’s een logische.

Centrale thema’s

  • meedoen naar vermogen;
  • passend zelfstandig wonen
  • voorkomen is beter;
  • samen sterk;
  • integrale arrangementen;

Randvoorwaardelijke thema’s: ​

  • leidende principes voor het handelen (“zo zijn onze manieren”);
  • inrichtingsprincipes (“zo hebben we het samen georganiseerd”);
  • financiële keuzes en bekostiging (“zo willen we onze middelen inzetten”);
  • effectmeting (“zo weten we of het werkt”).

De transitie is een grote opgave voor de gemeente die we zonder al te grote problemen hebben doorlopen. De omvang van de opdracht blijkt ook uit het financiële beslag: van € 39 miljoen in 2014 naar € 54 miljoen in 2016. Ik heb hier al eerder mijn waardering voor uitgesproken richting college en ambtelijke organisatie en wil dat hier nog eens herhalen.

Als VVD onderschrijven wij de grote lijn van het programma Sociale Kracht. Naar aanleiding van enkele van die thema’s wil ik toch graag een paar korte kanttekening plaatsen.

Het college geeft in haar reactie op het advies van de Adviesraad Sociaal Domein nog eens de opdracht weer die de gemeente vanuit het Rijk heeft gekregen: “een lokaal netwerk van maatschappelijke zorg en ondersteuning te ontwikkelen, waarmee inwoners op alle leefgebieden (welzijn, ondersteuning, werk, wonen, etc.) op maat worden geholpen tegen minder kosten. Het Rijk gaat ervan uit dat gemeenten deze taken effectiever en efficiënter kunnen organiseren en dat zij beter kunnen aansluiten op de leefwereld van inwoners. Daarbij gaat het om het versterken van vier kernbegrippen: nabijheid; zelfredzaamheid, wederkerigheid en generalistisch integraal werken.”)

In de reaktie haalt het college vier kernbegrippen aan:

  • nabijheid: logisch omdat de afstand tussen gemeente en inwoner veel kleiner is dan bij het Rijk;
  • zelfredzaamheid: het is niet meer alleen de overheid die alles regelt;- generalistisch integraal werken: zorgen dat problematiek integraal wordt benaderd en niet, zoals vaak gebeurde, versnipperd door verschillende instanties en hulpverleners.
  •  wederkerigheid (ook op blz 3 van het document): De VVD vind het belangrijk dat dit wordt benadrukt in het programma en op blz. 36 wordt hierover gezegd dat “afgelopen jaren mensen meer zijn aangesproken op eigen kracht en wederkerigheid”. Kan de wethouder aangeven waar hij bij die wederkerigheid (naast de al genoemde zelfredzaamheid) aan denkt en waaruit het aanspreken hierop blijkt?Het structureel inhoud geven aan de tegenprestatie zou hier wat mij betreft prima in passen.

VRAAG: Wat heeft de WIL, n.a.v. eerdere oproepen van de VVD en SGP, gedaan aan het structureel inpassen van de tegenprestatie? (ik refereer hierbij aan de ervaringen van de gemeente Rotterdam). Ook de Monitor Sociale Kracht wordt aangehaald: “Houten scoort goed op sociale kracht maar collectieve zelfredzaamheid een krappe voldoende”. Ook wordt, m.i. terecht, aangegeven: “voor programma sociale kracht is de Monitor sociale kracht cruciaal". Dit onderstreept het belang van een jaarlijkse, i.p.v. 2-jaarlijkse, rapportage van de Monitor zoals door de Burgemeester eerder toegezegd als beantwoording van een vraag van mij in een RTG.

Ook de Regionale Backoffice Lekstroom komt ter sprake. Ik ben benieuwd wat de stand van zaken is met betrekking tot de rechtspersoon van de RBL. Ik verwijs hier voor naar de opmerkingen en aanbevelingen van de accountant en de audit en rekeningcommissie hierover in 2015?

Over de kosten van de 2e lijnszorg wordt gesteld: “draaien we wel aan de juiste knoppen”. Kan de wethouder aangeven welke knoppen überhaupt beschikbaar zijn en hoe gaat u het causale verband tussen “draaien aan een knop” en het “behaalde effekt” meten?

Het college stelt voor om de bestemmingsreserve Transities in Samenhang (TiS) gedurende 2017 t/m 2020 te reserveren als:

a. innovatiereserve voor de transformatie (50%, met een maximum tot 1 miljoeneuro) en

b. egalisatiereserve voor het sociaal domein (tenminste 50 %).

De hekken rondom de decentralisaties zijn losgelaten maar daar is een ander hek voor neergezet (discussie over hekken is wereldwijd trouwens erg actueel).

Zoals bekend is de VVD voorstander van een solide financieel beleid. Solide betekent voor de VVD niet zoveel mogelijk verschillende reserves voor mogelijke tegenvallers. Ik heb op 8 november, mede ondertekend door de SGP, motie 090 ingediend voor verlaging van de lokale lasten. Hierbij is nadrukkelijk betrokken het kritisch beoordelen van de “noodzakelijke geachte omvang van de reserves. De VVD dient een tweetal amendementen in om de vorming van nieuwe reserves te voorkomen en de omvang van de bestaande reserve te beperken.

Tot slot voorzitter nog een enkele opmerkingen specifiek over de HOUTENSE WERKTAFEL.

De Tegenprestatie staat in het voorstel op het een na laagste niveau. Het is belangrijk om te onderkennen dat een goede invulling van de tegenprestatie (zo nodig onder dwang, ik heb hier meerdere keren voor gepleit) enerzijds óók een instrument kan zijn richting betaald werk door: structuur bieden, ontplooiing mogelijk maakt, zelfvertrouwen opkrikt en gevoel van eigenwaarde kan stimuleren. Anderzijds ligt hier ook een maatschappelijk belang.

Tijdens de RTG heb ik al gevraagd welke concrete actie het Werkgever Steun Punt richting Houtense (sociale) ondernemers heeft ondernomen? De wethouder heeft toen enkele voorbeelden gegeven. Ik pleit ervoor om waar successen worden behaald die eerder en beter te communiceren.

In de hoorzitting over dit onderwerp heb ik al aangegeven dat ik graag zou zien dat we kleinschalig en direct beginnen met het concreet faciliteren van enkele sociale ondernemers om te kijken wat werkt. Hier werd door de aanwezige sociale ondernemer, de burgerinitiatiefgroep BiBiH en andere deelnemers positief op gereageerd. Is dit al concreet opgepakt?