VVD Statement Begroting 2020

In dit artikel is het statement van VVD raadslid Jan Rinkel zoals hij dat verwoordde in de raadsvergadering bij de behandeling van de Begroting 2020 terug te lezen.

Voorzitter, college, raadsleden en andere aanwezigen,

Door de bank genomen gaat het goed in Nederland. Er is nog steeds sprake van groei: in economische zin, ten aanzien van werk en koopkrachtontwikkeling.

Het is dan ook opmerkelijk dat we hier nu moeten spreken over een begroting waarin een flink aantal ombuigingsvoorstellen, feitelijk bezuinigingen, zijn opgenomen.

Ombuigingsvoorstellen; noodzakelijk omdat we de afspraak gemaakt hebben om te werken met structureel sluitende begrotingen. Noodzakelijk omdat er maatregelen moeten worden genomen om de veelbesproken toenemende kosten en daardoor ontstane tekorten op jeugdzorg en WMO op te vangen. Noodzakelijk omdat de gemeente Houten, net als alle andere gemeenten, minder geld zal ontvangen van het Rijk.

Alles bij elkaar betekent dit dat we de komende jaren een opgave hebben van circa € 2,1 miljoen in 2020 tot circa € 2,3 miljoen in 2023. Daarbinnen bestaat overigens wel ruimte voor structureel nieuw beleid en om financiële risico’s af te dekken.

Dit is echter maar moeilijk uit te leggen aan onze inwoners. Populair gezegd klotst het geld in Den Haag tegen de plinten terwijl we hier moeten bezuinigen. Een belangrijk oorzaak ligt in de zogenaamde trap op – trap af methodiek. Als de Rijksoverheid minder uitgeeft ontvangen de gemeenten ook minder vanuit de algemene uitkeringen. Een zeer ongewenste situatie. Bij de wethouder wil ik dan ook sterk aandringen op actie om met zijn collega’s uit andere gemeenten stevig stelling te nemen richting de Minister om hiermee een stelselwijziging te bedingen die deze ongewenste effecten terugdringt. Ik weet overigens dat ook met de VNG hierin al acties lopen maar mijn oproep aan de wethouder vraagt om hoge prioriteit en stevigheid op dit punt.

Zoals gezegd zijn er ook maatregelen nodig met betrekking tot Jeugdzorg en WMO. In dit raadsvoorstel is daarvoor achttal maatregelen opgenomen met een ombuigingsvolume van circa €1,3 miljoen in 2020 oplopend tot circa €1,5 miljoen in 2023. Ik heb daarbij zeker een zorgpunt die ik hierbij onder de aandacht wil brengen van de wethouder. Ruim éénderde van dit ombuigingsvolume wordt verwacht gerealiseerd te worden met de maatregel die voorziet in het handhaven en verscherpen van de contracten met de zorgaanbieders. De beoogde besparing is geraamd op €550.000. Recente berichten in de landelijke media duiden op niet mis te verstane noodkreten vanuit de jeugdzorginstellingen. Bij een aanzienlijk deel van de onderzochte instellingen - 70% van alle instellingen zijn in het onderzoek betrokken - zijn vorig jaar al rode cijfers bereikt. Jeugdzorg Nederland vindt dit een alarmerende situatie. Als er dus nu al sprake is van rode cijfers, is de wethouder dan nog steeds overtuigd dat een besparing van ruim een half miljoen haalbaar is? De wethouder heeft eerder aangegeven met de zorgaanbieders in gesprek geweest te zijn. Kan de wethouder toelichten op welke wijze naar de haalbaarheid is gekeken en heeft daarbij dan ook de financiële positie van de zorginstellingen voldoende aandacht gehad?

Naast de ombuigingsmaatregelen op het gebied van Jeugdzorg en WMO is er ook nog een aantal overige maatregelen geformuleerd. Daaronder ook voorstellen om de lokale heffingen te verhogen waaronder het tarief toeristenbelasting dat verhoogd wordt van 4% naar 5.6%, een toename van €64.000 per jaar. Met deze verhoging zit Houten nog slechts 0.4% verwijderd van het tarief dat in een toeristische stad als Utrecht wordt gehanteerd. Dat is moeilijk uit te leggen ondanks het gegeven dat Houten mooie trekpleisters kent zoals de forten, Eiland van Schalkwijk etc. Daarom brengen we als VVD een amendement in, mede ondertekend door CU, D66 en HA!, om het tarief toeristenbelasting te maximaliseren op 5%.

Voorzitter, ik sluit af. Er ligt een begroting die structureel sluitend is, die met de genoemde maatregelen zorgt voor ruimte voor nieuwe ambities en risico’s voldoende tegemoet treedt. Daar mag je tevreden mee zijn maar het mag ook duidelijk zijn dat deze begroting ook pijn doet, op meerdere terreinen. Ik hoop dan ook van harte dat in 2020 en verder wellicht ontwikkelingen zijn die weer voor enige verlichting kunnen zorgen.