VVD Statement Jaarrekening 2019, resultaatsbepaling en resultaatsbestemming

In de raad van 16 juni werden de Jaarstukken 2019 besproken, raadslid Jan Rinkel voerde het woord voor de Houtense VVD.

Voorzitter, college, raadsleden en kijkers, toehoorders thuis,

De jaarstukken 2019 tonen ons een positief saldo van ruim een half miljoen euro (€ 513.062). Bij het schrijven van het raadsvoorstel was de accountantscontrole nog niet afgerond lezen we. Ondertussen is dit wel gebeurd en de accountant heeft  verklaard dat de gemeente Houten haar zaken goed op orde heeft. Een compliment aan het College en de ambtelijke organisatie is dan ook op zijn plaats.

Een positief saldo dus, maar wel enigszins verrassend. De prognose in de tweede bestuursrapportage gaf aan dat we mogelijk het jaar zouden afsluiten met een tekort van bijna 1 miljoen euro (€ 986.000). Al met al wijkt het werkelijke resultaat dus met ongeveer 1,5 miljoen euro af van het geprognosticeerde resultaat. Het verschil is cijfermatig goed toegelicht. De wethouder heeft in de RTG naar aanleiding van vragen van de VVD uiteengezet dat grotendeels onvoorziene zaken aan het verschil ten grondslag lagen zoals algemene uitkering Rijk (+ 240.000), organisatie- en ontwikkelingskosten (+ 633.000) en diverse kleine posten binnen de overige uitgaven (samen + 546.000). De wethouder gaf aan weinig tot niets te kunnen doen om de prognoses te verbeteren.

Toch wil ik de wethouder oproepen zich in te spannen om de te verwachten mutaties zo veel als mogelijk in de prognosesystematiek op te nemen, desnoods met gebruikmaking onzekerheidsmarges. Naar mijn mening kan de raad zich dan een beter beeld schetsen van de financiële situatie bij besluitvorming over onderwerpen waarbij sprake is van een financiële impact. 

Voorzitter, graag wil ik de wethouder vragen of hij ruimte ziet om de prognosesystematiek te verbeteren.

Een blijvende zorg betreft de kosten binnen het sociaal domein en dan met name bij de jeugdzorg en de WMO. Nog steeds is er sprake van forse toename van kosten. Ten opzichte van de rekening 2018 zijn de kosten op deze twee onderwerpen met bijna 1,8 miljoen gestegen, deels door autonome groei, deels beïnvloedbaar. Laten we hopen dat met de eerder geformuleerde beheersmaatregelen de kosten in de hand gehouden kunnen worden in 2020 e.v.. We zullen daar strak op blijven monitoren.

Voorzitter, een ander punt waar ik aandacht voor wil vragen is de openbare ruimte. U geeft aan dat het onderhoud heeft plaatsgevonden conform het Houtense beeldkwaliteitskader. Uit de jaarrekening blijkt echter dat slechts 42% van de wegverharding voldoet aan de beeldkwaliteitsnorm (B) voor onkruid in de verharding. Ikzelf ben het afgelopen jaar door bewoners, met name uit Houten Noord, veelvuldig benaderd met klachten over hun directe omgeving waar het onkruid welig tierde. Ik heb de wethouder toendertijd daarover benaderd en foto’s aangeleverd van die desbetreffende situaties. Op alle aangegeven locaties werd weliswaar snel actie ondernomen maar tot een structurele oplossing kwam het niet. In de RTG heeft de wethouder laten weten dat dit  jaar een experiment uitgevoerd gaat worden met een andere wijze van onkruidbestrijding. Ongeacht de uitkomst van dit experiment wil ik de wethouder vragen om actief het kwaliteitsbeeld te bewaken en waar nodig aanvullende maatregelen te nemen zodat we weer in de buurt van  beeldkwaliteitsnorm uitkomen. Graag een reactie van de wethouder. 

Voorzitter, In het raadsbesluit resultaatsbestemming wordt voorgesteld om het jaarrekeningsaldo 2019 in de algemene reserve te storten en bijna de helft daarvan te onttrekken voor in 2020 uit te voeren projecten die in 2019 gepland waren. Per saldo zal ongeveer € 260.000 in de algemene reserve landen. Dit lijkt mij een goed voorstel.

De financiële positie van de gemeente Houten is stabiel terwijl we wel iets hebben ingeteerd op onze reserves. Het coronavirus zal in 2020 en waarschijnlijk ook in de volgende jaren financiële impact hebben. Onbekend is nog in welke omvang we compensatie zullen ontvangen van het Rijk. We zullen in 2020 dan ook bijzondere aandacht moeten hebben voor die onzekerheid en met elkaar in gesprek moeten gaan over de opbouw, inzet, omvang en minimale bodem van de algemene reserve o.a. bij de behandeling van de perspectiefnota en begroting.