Positief Jaarrekeningresultaat alleen maar positief?

Een jaarrekening met, financieel gezien, een positief eindresultaat. Meer dan eerder werd geprognosticeerd, veel meer. Ruim twee keer zoveel. In plaats van bijna 3,4 miljoen is het eindejaarsresultaat bepaald op bijna 7,6 miljoen.

Reden om blij te zijn zou je zeggen. Ja, natuurlijk. Een positief saldo is altijd goed maar bij een dergelijk grote omvang van het saldo zijn er ook wel vragen die je jezelf moet gaan stellen.

Zat mijn begroting wel goed in elkaar? Heb ik alles gedaan wat ik voornemens was? Heb ik voldoende vat gehad op de ontwikkelingen van het budget? Zijn er onvoorziene ontwikkelingen geweest die je niet kunt beïnvloeden?

Met die bril op heb ik de jaarstukken meerdere keren doorgenomen. Als lid van de audit en rekening commissie in de conceptfase en als raadslid namens de VVD-fractie met de aanbieding van het raadsvoorstel inclusief de jaarstukken.

Er zijn veel technische vragen aan de orde gekomen, zowel in de ARC als vanuit de fracties. Zelfs het ronde tafel gesprek van donderdag jl. leidde nog tot het stellen van technische vragen. Programmatisch inhoudelijke vragen bleven maar zeer beperkt.

Voor mijzelf heb ik dat proberen te verklaren. De uitslag van de verkiezingen in maart 2022 hebben een relatief lange periode van onderhandelingen gekend. Pas vlak voor het zomerreces was een coalitie tot stand gekomen en in november lag er een collegeprogramma. Weinig ruimte dus om beleidsmatig allerlei initiatieven te ontplooien en meters te maken t.b.v. de in het collegeakkoorden gestelde doelen. Desalniettemin zijn er wel resultaten behaald waaronder de voorbereidingen in het kader van het Houtens DNA waar we recentelijk unaniem mee hebben ingestemd en ook de adequate wijze waarop dit college de opvang voor Oekraïnse vluchtelingen heeft georganiseerd in samenwerking met de Houtense gemeenschap.

Terug naar mijn vragen.

De begroting 2022 is door het vorige college opgesteld, een beleidsarme begroting vanwege de komende verkiezingen in het voorjaar. In die zin kun je dus ook nauwelijks stellen dat je als nieuw college alles kan doen wat je zou willen doen. Zeker als je rekening houdt met de lange aanlooptijd die ik zojuist al noemde.

Wat je wel kan doen als college en gemeentelijke organisatie is vat houden op de budgetontwikkelingen en daarmee gepaard gaande prognoses. Daar is naar mijn mening wel op punten tekort geschoten met name op het terrein van algemene baten en lasten (bijna €1 miljoen voordeel) en de implementatie van de omgevingswet. Beide onderwerpen hebben bijvoorbeeld met lagere inhuur van personeel en externen te maken. Daar zit je met je neus bovenop en daar kun je in je prognoses dus rekening mee houden. Aan het college de vraag of zij het daarmee eens is en wat er moet gebeuren om dit in de toekomst zoveel als mogelijk te voorkomen.

Uiteraard herken ook ik de onvoorziene financiële ontwikkeling zoals extra algemene uitkeringen aan het einde van het jaar.

Voor wat betreft de resultaatbestemming sta ik positief ten opzichte van het voorstel om het jaarrekeningsaldo 2022 grotendeels in de reserves te storten. We hebben weliswaar een positief resultaat over 2022 maar de meerjarige verwachting is bepaald minder rooskleurig en een behoedzame aanpak is dan ook op zijn plaats.