Statement VVD bij het raadsvoorstel inleidend verzoek tot het houden van een referendum

In de raadsvergadering werd het inleidend verzoek tot het houden van een referendum over Houten Hub behandeld. De VVD fractie volgde het advies van de referendumcommissie. Fractievoorzitter Eef Stiekema lichtte deze keuze toe in de raad van 13 juni.

“Voorzitter, college, collega raadsleden en belangstellenden op de tribune en thuis,

Zoals waarschijnlijk wel bij u bekend is de VVD in het algemeen geen voorstander van het houden van referenda. Een referendum brengt een complex probleem terug tot een simpel ‘ja’ of ‘nee’, terwijl het eigenlijk altijd niet zo simpel is. Wij geloven in de representatieve democratie waarbij raadsleden gekozen worden om deze problemen op te lossen en de inspraak en inbreng van belanghebbenden meenemen in hun oordeel. Op deze manier wordt het algemeen belang wat ons betreft het best gediend.

In Houten bestaat echter de mogelijkheid om een niet bindend, raadgevend referendum te houden. Het verzoek hiervoor is gedaan door de tegenstanders van de locatie Houten-Oost voor Houten Hub. Ik had eigenlijk eerder verwacht dat dit verzoek gedaan zou worden nadat het complete plan klaar was, zodat het plan in zijn geheel beoordeeld zou kunnen worden. Pas dan is immers duidelijk hoe de plannen voor verkeersveiligheid, veiligheid, het bouwen van een gemeenschap (of het lelijke woord ‘communitybuilding’) en het inrichtingsplan voor de locatie eruit zien. Pas dan kan echt een goed oordeel gegeven worden of de locatie Houten-Oost passend is voor Houten Hub. Maar de initiatiefnemers willen eerder een oordeel van de stemgerechtigden in Houten waardoor we nu moeten besluiten over het inleidend referendumverzoek.

Houten heeft een onafhankelijke referendumcommissie. Dat deze onafhankelijk is, hebben we bij het referendum over de Ruimtelijke Koers goed kunnen zien, ik zal daar verder geen woorden aan wijden. In de referendumverordening staan een aantal uitzonderingsgronden die regelen dat er over bepaalde onderwerpen geen referendum gehouden kan worden. De referendumcommissie beoordeelt en adviseert aan de hand hiervan of een inleidend verzoek voor een referendum aangenomen of afgewezen zou moeten worden.

De referendumcommissie geeft in dit geval het advies om het inleidend verzoek af te wijzen. Om eerlijk te zijn had ik op basis van het vorige referendum verwacht dat de referendumcommissie het advies zou geven om het toe te staan. Maar als ze zou adviseren het referendum af te wijzen, dan had ik verwacht dat ze dat op andere gronden had gedaan.

Het was in mijn ogen logischer om op basis van uitzonderingsgrond “h” te concluderen dat het hier gaat om de verantwoordelijk van de raad voor kwetsbare groepen en hun plaats in de samenleving. Dit aangezien Houten Hub gaat over Houtense inwoners die met urgentie huisvesting nodig hebben, het huisvesten van maatschappelijke organisaties die kwetsbare Houtenaren helpen en het huisvesten van statushouders (aangevuld met kansrijke asielzoekers). De referendumcommissie oordeelt echter dat het niet goed is omschreven wat onder ‘kwetsbare groepen’ moet worden verstaan en vindt dat hier mogelijk geen sprake van is bij de Houtense woningzoekenden en de maatschappelijke organisaties. Volgens de referendumcommissie zijn de statushouders, mogelijk aangevuld met kansrijke asielzoekers overigens wel kwetsbare groepen, maar omdat de anderen mogelijk niet kwetsbaar zijn wordt deze uitzonderingsgrond niet toepasbaar geacht. Ik had ermee kunnen leven als de commissie had aangegeven dat, omdat één van de beoogde groepen kwetsbaar is, deze uitzonderingsgrond wel toegepast kon worden.

De referendumcommissie adviseert echter om het verzoek op basis van uitzonderingsgrond “j” af te wijzen. Hierin staat dat je geen referendum kunt houden over iets waar al eerder een besluit over is genomen, dan had namelijk op dat moment een referendum aangevraagd moeten worden. Dat het nu gaat om andere aantallen en een andere locatie doet er volgens de commissie niet toe. Dit is bijzonder en ik kan mij voorstellen dat als je omwonende dit hoort, je dat niet begrijpt. Ook ik vind het lastig om op het verzoek op deze grond af te wijzen omdat het gevoelsmatig schuurt. De referendumcommissie onderbouwt het advies echter met jurisprudentie waardoor we het als gemeenteraad niet kunnen negeren. Bovendien hebben we een referendumcommissie met veel kennis en ervaring om ons te adviseren. Wat de VVD fractie betreft is het geen commissie die, als het advies even niet uitkomt, genegeerd kan worden. 

De VVD zal daarom ook voor het raadsvoorstel stemmen om het inleidend verzoek af te wijzen en geen referendum toe te staan.”