De VVD wil een effectieve jeugdhulp, die rondom de jeugdige en het gezin georganiseerd is. Het huidige systeem is zo verkokerd dat jeugdigen vaak te laat of helemaal niet de juiste ondersteuning of behandeling krijgen. Meerdere overheidslagen zijn verantwoordelijk voor verschillende vormen van jeugdhulp waardoor uiteindelijk niemand zich verantwoordelijk voelt voor het kind en allerlei soorten hulpverleners langs elkaar heen werken. De financiële prikkels zorgen ervoor dat het systeem gericht is op het aanbod van jeugdzorg en te laat geboden wordt, in plaats van de daadwerkelijke behoefte van de jeugdige en het gezin. Daarom is met de Jeugdwet besloten om alle vormen van jeugdhulp naar één verantwoordelijke overheidslaag over te hevelen, de gemeenten. Het gaat om preventie, (gesloten) jeugdzorg, jeugd-GGZ, jeugd-LVG, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Door het leggen van de politieke, financiële, en uitvoeringstechnische verantwoordelijkheid in één hand, de kennis van de eigen jeugd en de kortere afstand kunnen gemeenten de kinderen en ouders meer maatwerk bieden. Door het kiezen voor een aanpak waarin één gezin, één plan en één verantwoordelijke jeugdhulpverlener centraal komt te staan zorgen we er voor dat de jeugdige en het gezin zo snel mogelijk de draad weer op kunnen pakken en zelf aan het stuur blijven.
Tegelijkertijd vragen we van ouders een kritische blik op hun eigen rol. Ouders zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor hun kinderen. Die verantwoordelijkheid kan en mag niet bij de overheid komen te liggen. Eerst wordt dan ook nagegaan wat kinderen, ouders en hun netwerk zelf kunnen en daarna komt pas de overheid in beeld (jeugdhulpplicht). Voor ouders en kinderen die toch hulp nodig hebben, moet de jeugdhulp erop gericht zijn dat zij weer zo snel mogelijk zelf hun verantwoordelijkheid op kunnen pakken. Op deze manier richt alle energie zich op de nodige ondersteuning zonder dat de verantwoordelijkheid van de ouders wordt weggenomen en wordt een versnipperd, bureaucratisch hulpverleningscircuit voorkomen dat - ondanks alle goede bedoelingen - niet effectief ondersteunt.
Daar is een cultuuromslag voor nodig. Hulpverleners moeten de regie durven nemen zonder de eigen verantwoordelijkheid van ouders uit het oog te verliezen of ouders en kinderen voor te schrijven wat ze moeten doen. Gemeenten moeten daarbij durven kiezen voor de hulpvraag van het kind of gezin en niet voor het soms vastgeroeste aanbod van ondersteuning en jeugdzorg. Die gedachte klinkt logisch. De praktijk is op dit moment anders. Kinderen en gezinnen worden vaak geconfronteerd met een woud aan instanties, regelgeving én hulpverleners. Om die cultuuromslag te laten slagen moeten jeugdhulpaanbieders hun toegevoegde waarde inzichtelijk maken. Daarom heeft de VVD de regering gevraagd samen met VNG en de gemeenten outcomecriteria te ontwikkelen waarmee gemeenten kunnen toetsen of de geboden hulp effectief is. Dat helpt ook bij controleren door en sturen op de inkoop van ondersteuning en zorg door de gemeenteraadsleden.
Met de decentralisatie kan eindelijk handen en voeten worden gegeven aan de wens van de VVD om de jeugd te demedicaliseren, ontproblematiseren en normaliseren. Kinderen die zich niet volgens het ideale patroon ontwikkelen, te druk zijn, of niet aan alle hooggespannen verwachtingen van hun ouders kunnen voldoen hebben niet per definitie een probleem, dat met medicijnen of behandeling opgelost moet worden. Dat vergt van instellingen en ouders nog een cultuuromslag. Een goede transitie en transformatie van het jeugdstelsel is van groot belang. Het gaat om de ondersteuning en zorg voor kinderen en ouders die even lichte ondersteuning nodig hebben tot zeer zware zorg. De Jeugdhulp kan wel een beetje meer VVD gebruiken!